Welk effect kan het bespanpatroon van een tennisracket op je spel hebben en waarom zijn er zoveel verschillende bespanpatronen?
Wat voor verschillende bespanpatronen zijn er?
De bespanpatronen van tennisrackets zijn feitelijk in drie groepen in te delen, namelijk: dicht, normaal en open. Hieronder zijn ze uitgelicht, waarbij het eerste getal het aantal lengtesnaren (mains) is, en het tweede getal het aantal breedtesnaren (crosses) is.
- Dicht/compact: 18/20, 18/19, 18/21, 16/21
- Normaal: 16/19, 16/18, 16/20
- Open: 16/15, 16/16, 14/16, 14/18
[fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”]

Wat doet welk bespanpatroon?
- Dicht/compact: Hoe dichter de snaren op elkaar zitten, hoe meer controle en duurzaamheid, maar minder spin en balversnelling
- Normaal: goede verhouding tussen power/spin en controle
- Open: hoe meer de snaren uit elkaar staan, hoe meer grip op de bal voor spin en slice, maar minder controle. Bij een meer open bespanpatroon slijten de snaren sneller door de extra bewegingsvrijheid van de snaren. De open bespanpatronen zorgen wel weer voor meer trampoline-effect en dus power
[/fusion_builder_column][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”]

Welk bespanpatroon is geschikt voor welk type speler?
- Dicht/compact: speler die op zoek is naar extra controle en zeer regelmatig zijn/haar bespanning eruit slaat. Deze speler genereert zelf al voldoende spin
- Normaal: de grootste groep tennissers
- Open: speler die zelf weinig spin genereert en meer spin en grip op de bal zou willen hebben
[/fusion_builder_column][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”]

Welk type bespanning past er goed bij welk bespanpatroon?
Een bespanning blijft heel persoonlijk: wat voor de één prettig werkt, kan voor de ander weer totaal niet werken. Een aantal tips is hier n.a.v. de eigenschappen van de verschillende bespanpatronen echter wel te geven.
- Dicht/compact: omdat een dicht/compact bespanpatroon al veel controle biedt, kan dit bespanpatroon prima met een wat elastischere (vaak dunnere) snaar gespeeld worden voor extra comfort en dynamiek
- Normaal: afhankelijk van hoelang iemand normaal gesproken met een bespanning doet, zou hier een bespanadvies op losgelaten moeten worden
- Open: voor de open bespanpatronen wordt vaak voor polyester of dikkere snaren gekozen, vanwege hun hogere slijtvastheid
Noot: kies voor een racket met een meer open bespanpatroon als je zelf weinig spin genereert en dus meer spin en slice in de bal wilt leggen. De zogenaamde SPIN-rackets (klik hier voor een leuk en informatief stukje over dit type rackets) die Wilson en Prince in de collectie hebben, zijn dus niet zozeer voor de ‘topspinners’ onder ons, maar kunnen wel duidelijk van toegevoegde waarde zijn voor spelers die meer topspin zoeken. [/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]